Drie Hoefijzers

VerledenTijd met Jan Laurijssen

Absoluut Gehoor

Je zult het toch maar meemaken. Een gevoelig laagfrequent  gehoor hebben en vlakbij de brouwerij wonen. Dat overkwam mevrouw van den Broek. Zij wist precies welke van de drie stoomketels aansloeg. En het meeste laag bromgeluid gaf ketel 1, bij een belasting van 70%. Dat gaf overlast, zeker ’s nachts, maar zelfs ook overdag en in de avondperiode.

Na nader onderzoek bleek echter dat ook andere mensen overlast ondervonden van laag frequent geluid. Dit werd mede veroorzaakt door de energiemachines in de machinekamer en het ketelhuis. De buurt kwam vragen of er iets aan gedaan kon worden.

Het is opgelost met dubbel glas ramen en verdichte afkitten en afsluiten van de ‘luchttoevoer  en tochtgaten’ aan de onderzijde van de machinekamer en ketelhuisgevel aan de zijde van de Ceresstraat.

In een tweede fase heeft een technisch complexere aanpassing moeten plaatsvinden aan de twee separate schoorstenen van stoomketel 1 en 2 door het plaatsen van een inwendige instelbare geluidsdemper. De dempers moesten op maat en lengte worden gemaakt en met een hoge kraanwagen in de bestaande schoorstenen worden afgelaten.

Zo werd het enigszins dragelijk opgelost. Zeker voor mevrouw van den Broek, die weer kon doorslapen.

Het begon op 24 december 1986, de dag waarop ik het geluid voor het eerst hoorde. Wij woonde hier toen een jaar of 14. Deze datum is me altijd bijgebleven, omdat mijn zoon een maand later geboren werd. Aanvankelijk dacht ik dat dit afkomstig was van de overvolle koelkast bij de bovenburen, als gevolg van hun kerstinkopen. Bij mijn naaste buurvrouw thuis hoorde ik niets maar zodra ik bij mijn voordeur stond, klonk het geluid weer.

Een maand later kwam er een nieuwe directeur, de heer Overheem, die zei: “Mevrouw Van de Broek, u heeft overlast, maar dat kan niet!”

De brouwerij heeft toen allerlei maatregelen genomen: metingen, dubbelglas, en meer. Dit zorgde voor enige verbetering, maar ze konden niet precies achterhalen waar het geluid vandaan kwam. Uiteindelijk heeft de brouwerij een bedrijf uit Groningen ingeschakeld. Zij hebben geluidsapparatuur in onze voorkamer en slaapkamer geplaatst. Uit de metingen bleek dat ik meer hoorde dan een hond. Het geluid kwam als golven, en ons huis stond precies in die golf.

Achteraf bleek dat de overbuurman, de heer Van Soerland, ook met zijn matras door zijn huis sjouwde. We waren inmiddels al een paar jaar verder, en ik sliep met oordoppen in, maar wel weer thuis. Het bleek dat het geluid door de ketels kwam, deze startte op zondagmiddag om 17:00 op. Eén ketel was problematisch en resoneerde in de pijpen. Als ik het geluid hoorde, moest ik bellen en vragen naar de machinist; hij moest dan die ketel uitzetten en een andere ketel opstarten. Dankzij de heer Overheem is er veel veranderd. Het geluid is nooit helemaal verdwenen, maar het was voor mij voldoende om weer goed te kunnen slapen.

Het ketelhuis stookte kolen, in december 1986 schakelden ze over naar gas; de grote schoorsteen werd buiten gebruik gesteld en er kwamen nieuwe pijpen op het dak van het ketelhuis. Later hebben ze die dubbelwandig gemaakt. De overlast begon dus bij de overschakeling van kolen naar gas.