De Drie Hoefijzers

Brouwerij

De bierbrouwerij was 117 jaar lang het hart van onze wijk. Ze zorgde voor leven in de brouwerij, maar bracht ook geluidsoverlast en stank met zich mee. Prachtige gebouwen wisselden af met minder fraaie constructies. Sommige bewoners zijn blij dat de brouwerij weg is, terwijl anderen met nostalgie terugkijken op die tijd.

Na de sluiting in 2004 werd het terrein gesloopt. Rond 2005 begon de herontwikkeling van het gebied tot een woon-werkomgeving, waarbij rekening werd gehouden met de historische kenmerken. Ook het deel aan de noordkant van het spoor, Drie Hoefijzers Noord, kreeg een nieuwe invulling. In juni 2024 werd het totale ontwikkelingsproject Drie Hoefijzers na 19 jaar officieel afgerond. De wijk heeft er honderden nieuwe bewoners bijgekregen.

Een deel van de oorspronkelijke brouwerij is behouden gebleven en wordt nu als cultureel erfgoed beschermd. Dit complex bestaat uit vier onderdelen:

  1. De voormalige mouterij Ceres uit 1905 (wat vreemd is, want voor zover bekend is die volledig gesloopt)
  2. Het kantoorgebouw Drie Hoefijzers met dienstwoningen (1927).
  3. Het Brouwhuis (1927-1930).
  4. De fabrieksschoorsteen (de exacte bouwdatum is onzeker; bronnen noemen zowel 1905 als 1915).

Het kantoorgebouw staat prominent aan de Ceresstraat, met ten oosten daarvan het brouwhuis en de mouterij. Ten noordoosten daarvan bevindt zich de schoorsteen. Hoewel de oorspronkelijke mouterij Ceres uit 1905 volledig gesloopt zou zijn, blijft dit complex een belangrijk onderdeel van het cultureel erfgoed van de wijk.

Geschiedenis van de Brouwerij

Van 1350- 1869

De oorsprong van de brouwerij aan de Ceresstraat ligt in de Katerstraat rond 1350, nu Catharinastraat, waar ze ‘prima Bredaasch bier’ van hoge gisting brouwden.

Op 23 juli 1534 breekt er een grote brand uit in Breda. Van de 740 huizen blijven er maar 160 overeind. Helaas gaat de brouwerij van onze voorganger Hendrik Antonis Claesz van den Corput aan de Katerstraat in vlammen op.

Voor de herbouw van zijn bedrijf kiest hij een terrein buiten de Gasthuispoort, maar nog binnen de stadswallen, aan de noordkant van het Gasthuiseinde, nu Boschstraat. Hier bouwde Hendrik in 1537 zijn nieuwe woning met brouwhuis, hof en erf. De brouwerij ligt daar tussen twee stadsgrachten, tegenover een stadspoort die afgesloten is met een boom. Hij noemde dit huis “den Boom”. Nu loopt daar de weg J.F.Kennedylaan.

Bij opgravingen tijdens en na de sloop van het Luxor filmtheater in 1988, bleek dat tijdens de aanleg van de Kennedylaan, eind jaren vijftig,  een groot deel van het zestiende/zeventiende eeuwse brouwerijcomplex volledig was verstoord.

Wanneer Hendrik in 1557 overlijdt, draagt zijn weduwe Lijsbette de brouwerij, huis en hof over aan schoonzoon Job Antonius Matijsz.  Job vlucht bij het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog, zijn vrouw zet de brouwerij voort. Daarna nemen Jaobmijne Mathijsz en haar echtgenoot Jacob Peeters Buersteedte de brouwerij over.

Op 6 maart 1628, wordt de brouwerij aan de Boschstraat voor 1.800 Rijnse Guldens verkocht aan brouwer Dielis Peetersz van den Kieboom. Hij noemt zijn bezit: ‘De Drij Hoefijssers’.
Aan de overkant van de straat ligt namelijk een smidse met het uithangbord “Drij Hoefijssers”, waar een paard een verloren, vierde hoefijzer kan laten aanmeten. Om de wachttijd voor koetsier of voerman aangenaam te maken, wordt in de gelagkamer naast de smederij een smakelijke pot bier getapt. De historische piratenvrouw Mary Read (bekend als Bloody Mary) is er de gastvrouw. Het bier komt van de brouwerij aan de overkant.

De brouwerij krijgt daarna verschillende eigenaren:

  • 1657 Maeycken Henrich, weduwe van Jan Laureijs Spijkersz
  • 1685 Evertien Verhaer en Adriaen Merman
  • 1703 Johannes van Amelsvoort en Cornelia Hulshoudt
  • 1740 Isabelle Clara van Amelsvoort en Gerardus Havermans
  • 1770 Johannes Gerardus Havermans

Op 5 maart 1807 komt de brouwerij in bezit van Johannes Nicolaas Smits, brouwer te Milheeze. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Antonius Johannes, die het bedrijf op zijn beurt nalaat aan zijn zoon Johannes Nicolaas.

1880 Mouterij Ceres

In 1869 begon men met het slopen van de vestingwerken rond Breda. Dit leverde veel grond op net buiten de stad, die vanaf 1871 geveild werd. In 1880 begon de firma Smits & Ingen-Housz (1880-1883), opgericht door Frans H.M. Smits, op een perceel van 24 are en 45 centiare aan de steenweg naar Den Bosch (de huidige Ceresstraat) met de bouw van Mouterij Ceres. Het bedrijf begon in 1881 met de productie. In 1896 werd August Meeùs, getrouwd met de dochter van Frans Smits, mede-eigenaar. In 1915 werd de mouterij volledig geïntegreerd met de brouwerij.

1887 Brouwerij verhuisd naar Ceresstraat

De brouwerij aan de Boschstraat bereikte een productie van 20.000 hectoliter bier, een ongekend hoog cijfer voor die tijd. Door de verstedelijking van de binnenstad was uitbreiding daar niet meer mogelijk. Frans Smits richtte zich op een ongerept terrein naast Mouterij Ceres. Dit terrein beschikte over waterbronnen. Op 23 december 1886 kreeg F.H.M. Smits een bouwvergunning voor een stoombierbrouwerij langs de rijksweg van Breda naar Oosterhout (Ceresstraat). Op 28 juli 1887 kwam het eerste brouwsel uit de nieuwe bierketels. De nieuwe brouwerij had een capaciteit van 50.000 hectoliter, ruim tweemaal zoveel als aan de Boschstraat.

Familiebedrijf en Groei

Frans Smits overleed op 1 juli 1890. Zijn vrouw, Philomena van Waesberghe, nam samen met hun oudste zoon de leiding over. Na haar overlijden in 1901 zetten haar drie zoons het bedrijf voort. In 1899 namen zij ook Mouterij Ceres in eigendom over. De bedrijvigheid in de Ceresstraat gaf deze straat zijn naam.

Op 12 januari 1921 werd de firma omgezet in een naamloze vennootschap: N.V. Bierbrouwerij ‘De Drie Hoefijzers’ v/h Firma F. Smits van Waesberghe, met een volgestort kapitaal van 3,1 miljoen gulden. De nieuwe vennootschap schreef een obligatielening uit van 1,6 miljoen gulden om een nieuwe kastenmouterij (1924) en nieuwe lager- en gistkelders (1926) te financieren. De brouwerij bleef groeien en verhoogde haar productie tot boven de 100.000 hectoliter.

1927 Nieuw Hoofdkantoor

Op 5 juni 1926 legden drie kleinzoons van Frans H.M. Smits de eerste steen voor een nieuw hoofdkantoor. Op 17 december 1927 werd dit gebouw feestelijk geopend. Het was een van de fraaiste kantoorgebouwen in de stad, ontworpen door de Bredase architect P. Bilsen en Ir. A.M.J.J. Smits van Waesberghe namens de directie van de brouwerij. Het gebouw was rijkelijk voorzien van symbolen, kunstwerken, glas-in-loodramen met motieven van gerst, hop en water, de familiewapens Smits en Ingen-Housz en uiteraard de Drie Hoefijzers. In de hal kreeg een bronzen borstbeeld van de oprichter F.H.M. Smits een ereplaats.

Uit dankbaarheid schonk de directie van de brouwerij de grootste klok voor het carillon in de Grote O.L. Vrouwe Kerk in Breda. Deze klok, gegoten in Croydon in de toon C1, weegt 2.150 kg en heeft een diameter van 160 cm. Het opschrift luidt: 

“Van Oost tot West, van Zuid tot Noord worde deez’ stemme steeds gehoord, verkondend wat door menschenkracht en arbeid is tot stand gebracht. N.V. Bierbrouwerij De Drie Hoefijzers v/h Firma F. Smits van Waesberghe 17 december 1927.”

In 1937 bestond de nieuwe brouwerij aan de Ceresstraat 50 jaar. Hoewel de tijden moeilijk waren, bood het gezamenlijke personeel na jaren sparen de directie een fraaie bronzen kroonluchter aan voor de hal van het hoofdkantoor.

1930 Nieuw hoog Brouwhuis

In 1930 werd op de plaats van het oude kantoor een nieuw hoog brouwhuis gebouwd. Op de derde verdieping bevond zich de fraai ingerichte brouwzaal met roodkoperen brouwketels, omgeven door azuurblauwe tegels en indirect verlicht. De brouwerij kon nu ruim 200.000 hectoliter brouwen. De oude brouwzaal werd ingericht als personeelskantine.

1940-1945 Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, op 12 mei 1940, werden de brouwerij en naastgelegen huizen getroffen door Duitse bommen. Er ontstond een tekort aan grondstoffen voor de bierbereiding en aan brandstof voor energie en transport. Vanaf 1941 was het bier ‘op de bon’ en dus gerantsoeneerd. De bezettingsmacht stuurde Duitse chefs naar de bedrijven. Onze brouwerij ontkwam niet aan menselijke tragedies en materiële problemen, zelfs niet aan bezetting en gijzeling.

Met veel improvisatie hield het bedrijf zich staande voor de 330 medewerkers en hun gezinnen. Op het brouwerijterrein werden varkens gefokt en aardappels geteeld. Ondanks een Duitse luchtafweerpost op het brouwhuis kwam de brouwerij op 29 oktober 1944 onbeschadigd uit de strijd.

De Duitse brouwmeesters vluchtten oostwaarts, hun kippen en wijn achterlatend. De buurtbewoners konden de beschermende lagerkelders weer verlaten. De voorraad fusten en het autopark waren door diefstal en inbeslagname flink geslonken. Het machinepark was verouderd. De brouwerij leverde enige tijd elektrische stroom aan de stad nadat de PNEM-centrale in Geertruidenberg was verwoest.

Het bier had in 1944 nog maar een ‘sterkte’ van nauwelijks 2° stamwort. Met een extra handje hop moest er nog enige smaak aan worden gegeven. Van de 207 brouwerijen die Noord-Brabant in 1900 telde, waren er in 1945 nog maar 50 over.

Nieuwe tijden en Uitbreiding

De jaren na de oorlog boden nieuwe kansen in binnen- en buitenland. In 1948 begon de samenwerking met een brouwerij in Jakarta, Indonesië, en in 1949 werd de NV Bierbrouwerij De Vriendenkring te Arcen overgenomen. In 1951 volgden de NV Cambrinus Brouwerij te Etten Leur en Brouwerij Trophée te Schilde in België. In 1955 werd een nieuwe bottelarij aan de Ceresstraat gebouwd met een capaciteit van 25.000 flessen per uur. In 1960 kwamen daar afvullijnen voor beugelflessen en blikken bij.

In 1948 startte de productie van eigen limonade in een loods aan Ceresstraat Zuid, waar de eerste siroopkamer werd ingericht. In 1950 kreeg de limonade de naam “Trofee”. In 1958 werd Drankenhandel Van der Heijden in Breda overgenomen, later bekend als Sparks en nog later De Citadel. In 1960-1961 werden 13 miljoen flessen limonade geproduceerd. Plannen voor een nieuwe limonadefabriek aan de Liniestraat in Breda werden in 1963 gemaakt, en in 1964 kwam de eerste limonade uit deze fabriek.

In 1964 werd ook het ‘schoolgebouw’ aan de Oranjesingel 3 aangekocht. Dit diende eerst als hoofdkantoor van de eigen groothandel, later als administratiekantoor. De brouwerij kon met de eigen productie niet meer aan de vraag voldoen en zocht samenwerking met brouwerijen in België. Brasserie La Chasse Royale in Audergem werd overgenomen. In 1965 werd Skol op de Nederlandse markt gebracht door de Oranjeboom-groep.

Overname door Allied Breweries en modernisering

Op 19 augustus 1968 leidde onderhandelingen in Engeland tot de overname door Allied Breweries Limited te Londen. De Verenigde Nederlandse Brouwerijen d’Oranjeboom N.V. te Rotterdam fuseerde op 1 december 1967, en beide brouwerijen gingen vanaf 1 januari 1969 samen onder de naam Verenigde Nederlandse Brouwerijen Breda-Oranjeboom N.V. In 1969 werd een bottel- en lagercomplex in Helmond aangekocht en een nieuw volgoedmagazijn gebouwd aan de Liniestraat voor de opslag van 450.000 kratten.

In 1972 werd Skol als landelijk merk aanvaard voor de Verenigde Nederlandse Brouwerijen Breda-Oranjeboom N.V. In 1973 kreeg de groep de naam Skol Brouwerijen N.V., en een nieuwe dochteronderneming, Wijnetten B.V. te Etten-Leur, werd opgericht. In 1973 werd de productie van de Sparks limonadefabriek van Breda naar Dongen overgebracht onder de naam Frisdranken Industrie Nederland B.V. In 1974 werd in de gebouwen van de Sparks aan de Liniestraat een nieuwe bierbottelarij geïnstalleerd, met de grootste flessenafvulmachine van Europa, goed voor maximaal 72.000 flessen per uur. Het complex bevatte een spoelmachine voor 80.000 kratten en vier vulmachines, elk goed voor 18.000 flessen per uur.

In de jaren 80 werd de brouwerij verder gemoderniseerd en uitgebreid. Op 1 januari 1982 veranderde de naam Skol Brouwerijen in Verenigde Brouwerijen Breda N.V., en in 1987 werd dit Oranjeboom Brouwerijen N.V. In 1990 werd een nieuw lagertankgebouw geopend, en in 1991 een nieuwe productiehal voor fusten, flessen en blikken.

1995 Overname Interbrew en sluiting

In 1995 nam het Belgische concern Interbrew de brouwerij over. Interbrew bracht de productie over naar België en de Dommelsche Bierbrouwerij in Dommelen. Op 29 mei 2004 werd de brouwerij in Breda gesloten en later gesloopt, hoewel het hoofdkantoor op de oorspronkelijke locatie bleef.

Na de sluiting van de brouwerij werd een licentie verleend aan Café Restaurant Brouwerij De Beyerd in Breda om Drie Hoefijzers Klassiek te brouwen. Café De Beyerd ligt bijna tegenover de locatie van de oude brouwerij aan de Boschstraat.

2008 AB InBev

In 2006 veranderde Interbrew Nederland zijn naam in InBev Nederland, en in 2008 fuseerde InBev met Anheuser-Busch tot AB InBev. In 2016 nam AB InBev de brouwerij SAB-Miller over, waarmee het de grootste brouwerijgroep ter wereld werd. Het merk Drie Hoefijzers blijft een onderdeel van deze rijke geschiedenis.

Geschiedenis beknopt

  • 1869: Start van de sloop van de vestingwerken, wat veel grond vrijmaakt buiten de stad.
  • 1871: Begin van de veiling van de vrijgekomen grond.
  • 1880: Firma Smits & Ingen-Housz begint met de bouw van Mouterij Ceres aan de huidige Ceresstraat.
  • 1881: Start van het bedrijf door Frans H.M. Smits.
  • 1886: Frans Smits verkrijgt een bouwvergunning voor een stoombierbrouwerij langs de rijksweg van Breda naar Oosterhout.
  • 1887: Eerste brouwsel uit de nieuwe bierketels van de stoombierbrouwerij.
  • 1890: Overlijden van brouwer Frans Smits.
  • 1899: De familie Smits neemt Mouterij Ceres in eigendom over.
  • 1921: De firma wordt omgezet in een naamloze vennootschap.
  • 1924: Nieuwe kastenmouterij wordt gefinancierd door een obligatielening.
  • 1926: Nieuwe lager- en gistkelders worden gebouwd; de eerste steen van het nieuwe hoofdkantoor wordt gelegd.
  • 1927: Officiële opening van het nieuwe hoofdkantoor.
  • 1930: Bouw van een nieuw hoog brouwhuis op de plaats van het oude kantoor.
  • 1937: 50-jarig bestaan van de brouwerij aan de Ceresstraat.
  • 1940: Brouwerij en omliggende huizen worden getroffen door Duitse bommen.
  • 1944: Brouwerij komt onbeschadigd uit de strijd na de Duitse bezetting.
  • 1948: Samenwerking met brouwerij in Jakarta, Indonesië.
  • 1949: Overname van NV Bierbrouwerij De Vriendenkring te Arcen.
  • 1951: Overname van NV Cambrinus Brouwerij te Etten Leur en Brouwerij Trophée te Schilde in België.
  • 1955: Bouw van een nieuwe bottelarij aan de Ceresstraat.
  • 1960: Afvullijnen voor beugelflessen en blikken worden toegevoegd.
  • 1965: Start van de bouw van een nieuw complex aan de zuidzijde van de Ceresstraat.
  • 1967: Oplevering van het nieuwe gebouw.
  • 1968: Overname door Allied Breweries Limited te Londen.
  • 1969: Fusie met Verenigde Nederlandse Brouwerijen d’Oranjeboom N.V.
  • 1972: Skol wordt een landelijk merk.
  • 1973: Naam verandert in Skol Brouwerijen N.V.
  • 1974: Nieuwe bierbottelarij geïnstalleerd in de gebouwen van de ‘Sparks’ aan de Liniestraat.
  • 1980-1982: Periode van economische recessie en herstructurering binnen de brouwerij.
  • 1982: Terugkeer van het merk Oranjeboom Bier op de Nederlandse markt.
  • 1988: Introductie van Drie Hoefijzers Klassiek, een bier van hoge gisting.
  • 1989-1990: Uitbreiding en modernisering van de brouwerij in Breda.
  • 1995: Overname door het Belgische concern Interbrew.
  • 2004: Sluiting en sloop van de brouwerij in Breda.
  • 2006: Naamswijziging van Interbrew Nederland naar InBev Nederland.
  • 2008: Fusie van InBev met Anheuser-Busch, resulterend in AB InBev.
  • 2016: Overname van SAB-Miller door AB InBev, waarmee het de grootste brouwerijgroep ter wereld werd

Mouterij Ceres

Oprichting en Bouw
In 1880 begon de firma Smits & Ingen-Housz (1880-1883) met de bouw van Stoommouterij Ceres op een perceel van 24 are en 45 centiare aan de steenweg naar Den Bosch, de huidige Ceresstraat. Tegenwoordig is dit het Brouwhuisplein. Mouterij Ceres stond tussen het Brouwhuis en het Hoofdkantoor in.

De firma werd opgericht door Frans H.M. Smits. Het gebouw was 40 meter lang, 11 meter breed en telde vijf verdiepingen. In april 1881 werd het bedrijf operationeel met 9 werknemers. Ceres richtte zich voornamelijk op buitenlandse markten, vooral België, en had een productiecapaciteit van 5000 kg mout per dag. De mouterij beschikte over vijf silo’s van 15-18 meter hoog, elk met een opslagcapaciteit van 200.000 kg mout. In 1883 werden Frans Smits en zijn broer A.C.J. Smits de firmanten van Mouterij Ceres.

Verdubbeling Capaciteit
In 1885 verdubbelde de capaciteit van de mouterij met de voltooiing van een tweede eest (droogoven), met een oppervlak van 465 m². De dagelijkse leiding was in handen van een Duitse meesterknecht, de Malzmeister. In 1895 werd de machinekamer uitgebreid voor een nieuwe stoomketel en een reserve horizontale stoommachine van 12 pk. De ijzeren schoorsteen werd vervangen door een stenen exemplaar van 17 meter hoog, voorzien van een vonkenvanger. Ook werd de capaciteit van de eest vergroot.

Overname door Zonen Smits
In 1899 namen de drie zonen van Frans H.M. Smits en Philomena van Waesberghe – Frans, Charles en Jan Smits – Mouterij Ceres over.

Eerste Wereldoorlog: Productiedaling
Tijdens de Eerste Wereldoorlog daalde de productie door accijnsverhogingen en hoge grondstofprijzen. In 1916 moest de mouterij stoppen omdat ze geen gerst meer kreeg toegewezen. Het jaar daarop was de moutvoorraad bijna uitgeput, wat de bierproductie bedreigde.

Na de Oorlog: Afname en Afbraak
De verwachte opleving na de oorlog bleef uit; de omzet daalde aanzienlijk. Mouterij Ceres was nog maar voor een derde in gebruik, voornamelijk door de import van buitenlands mout en hoge kosten voor gerst en brandstof. De oorspronkelijke gebouwen functioneerden nauwelijks meer. In 1930 en 1964 werd het voorste deel van de mouterij, inclusief de oude silo’s, afgebroken tot aan de eesten (droogovens). Deze ruimte werd gebruikt voor het toegenomen vrachtverkeer van de brouwerij. In 1988 verdween de mouterij volledig.

Tijdlijn van Mouterij Ceres:

  • 1880: Start bouw
  • 1881: Mouterij in bedrijf
  • 1930: Gedeeltelijke sloop van de oude mouterij
  • 1964: Definitief einde moutproductie in Breda, verdere sloop
  • 1974: Sloop van de droogovens in februari
  • 1988: Opruiming van de laatste restanten

Mouterij Ceres was gedurende 84 jaar productief en heeft in totaal 108 jaar in de Ceresstraat gestaan, deels gesloopt.

Ondanks de volledige sloop van de oorspronkelijke Mouterij staat ze wel op de lijst van Cultureel Erfgoed. Hierbij wordt aangegeven dat de boogramen aan de voorzijde het oudste deel van de Mouterij is en dat het in de kern uit 1887 komt. Dat is in de periode dat de Bierbrouwerij gebouwd werd, terwijl Mouterij Ceres daar al aanwezig was sinds 1880. Buiten dat zijn de boogramen onderdeel van de brouwerij en stond Mouterij Ceres links naast de brouwerij. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft aangegeven hier nog nader naar te kijken.

Hoofdkantoor

Hier zijn we nog mee bezig, informatie komt wat later.

FabrieksSchoorsteen

Hier zijn we nog mee bezig, informatie komt wat later.