Drie Hoefijzers

Brouwmeesterstraat

Brouwmeesterstraat

Tot voor kort heette de Brouwmeesterstraat de Ceresstraat en voor 1980 de Vuchtstraat. De straat was tot eind zestiger jaren niet doodlopend zoals nu, maar vormde de toegangspoort naar de Vuchtpolder.

Door de aanleg van de spoorlijn werd de straat verdeeld, er kwam een slagboom. Ouderen onder ons herinneren zich de lange wachttijden voor de handbediende spoorbomen.

Een bewoner in de Brouwmeesterstraat herinnert zich als de dag van gisteren, dat hij samen met andere schoolkinderen in ca 1967 bij de spoorwegovergang stond te wachten, toen een buurmeisje plots de halfgeopende spoorbomen onderdoor rende. Ze werd gegrepen door een voorbijrazende passagierstrein. Luttele maanden erna (1968) werd de Doornbostunnel geopend, waarmee deze drukke overweg definitief tot het verleden behoorde.

Er ontstond van de ene op de andere dag een stille doodlopende Vuchtstraat, die vanaf 1980 gemakshalve onder de naam Ceresstraat werd geregistreerd. De gemeentearchivaris stelde destijds tevergeefs voor dit doodlopende straatje de Lazarijsteeg te noemen.

Aan het begin van de Brouwmeesterstraat zien we rechts een kantoorvilla: Noble House. Zonder de aangebouwde grijze vleugel was het tot 1942 een café ‘De Veehandel’ en later ‘De Amstel’ ; toendertijd met de voordeur aan de Ceresstraat en achterom gelegenheid om paard en wagen te stallen.

Vanaf begin 20e eeuw werd het een kantoorgebouw, die na WOII in gebruik was bij het Technisch Bureau voor Economisch Kolenverbruik NV Asselbergs & Nachenius. Die hun productiehallen aan de overkant van de straat hadden, tot tegen het spoor aan de linkerzijde van de luciferfabriek en rechts van de brouwerij. Begin tachtiger jaren is er een geïsoleerde, gestuukte buitenwand rond het oorspronkelijke kantoorgebouw aangebracht, waardoor de geornamenteerde en hier-en-daar gescheurde muren definitief aan het oog werden onttrokken.

Na verhuis van dit technische bedrijf behield het pand zijn kantoorfunctie, maar heeft de brouwerij zijn reclamemagazijn verplaatst naar de leeggekomen bedrijfsruimten, aan de westzijde van de Vuchtstraat. Op het grote terrein was tegelijk opslaggelegenheid voor bierfusten en groot materieel.

De allereerste of een van de eerste  bewoners van het pand, te vinden via het adresboek, is Eduard ten Broeke met zijn gezin. Hij was gepensioneerd West Indisch Hoofdambtenaar. Geboren in Den Helder en getrouwd met Selly Charlouis in 1862 in Paramaribo. Zij krijgen 8-10 kinderen. In 1887 verhuizen zij naar Breda. Eduard wordt 78 jaar oud en overlijdt in Teteringen, drie jaar later dan zijn vrouw. In 1927 wordt het pand verbouwd naar restaurant/café ‘De veehandel’ voor Dhr Verheijen.

Hoe lang het pand er al staat in onbekend. In de minuutplannen uit 1824 is te zien dat het perceel in bezit was van de kinderen van Jacobus Verhees. Dit gezin was familie via de vrouwelijke lijn met het gezin op de andere hoek van de Brouwmeesterstraat, Ceresstraat 33.

Dit pand lijkt op een boerderij en is in de loop van de jaren vaak verbouwd. Het staat op oude kaarten benoemd als Tivoli, een herberg met pleziertuin inclusief kegelbaan. Voor zover terug te gaan is was het tot 1886 in bezit van de familie Beekmans. Het gezin runde daar in ieder geval vanaf 1817 een herberg genaamd  ‘Het Groene Wout’ en had daarnaast en daarachter een grote moestuin. Voor de bouw van de schuur moest speciale toestemming gevraagd worden omdat deze in het schootveld van de vesting stond. De voorwaarde was dat de schuur gelijk werd afgebroken bij het eerste seintje van Departement van Oorlog. De Herberg heeft nog even te koop gestaan maar dat is uiteindelijk, voor zover te zien, niet doorgegaan.

Voorbij de parkeerplaats van het Noble House zien we nu de Brouwmeesterhal waar vroeger een rijtje eenvoudige arbeiderswoninkjes in dezelfde stijl als aan de Hoge Steenweg stonden. Zoals niet ongebruikelijk, ook hier volop neringdoenden: van een petroleumboer en snoepwinkel tot kippen en varkens in de achtertuin voor eigen slacht.

Deze vochtige huisjes werden eind zestiger jaren onbewoonbaar verklaard. Tot de sloop en sanering in 1977-1978 verbleven er vooral artistieke jongelui – door de buurt benoemd als krakers. Het was daar elk weekend bal; niet altijd tot genoegen van buurtbewoners. Tot de hele rij woninkjes in één keer tegen de vlakte gingen en plaats maakten voor betonnen bedrijfspanden.

Vanaf ca 1980 vestigde de Electrotechnische Groothandel Polymex zich in één van die nieuwe bedrijfsgebouwen, aan het eind van de Vuchtstraat. En fa Van Soerland Kachels kocht het terrein van huidige gymzaal ‘Brouwmeesterhal’ waar het groeiende bedrijf uitbreidde vanaf de fraaie winkel (met hoefijzervormige pui) aan de Ceresstraat. Die bleef wel intact als verkooplocatie, maar de nieuwbouw werd hun trotse showroom, met eigen parkeerruimte en opslagruimte.

Na verhuizing van deze bekende kachelleverancier naar een lokaal industrieterrein, werd de showroom omgetoverd tot partijhal, als evenknie van de Timco. Het pand ging door brand in februari 2009 verloren. En zo kwam de grond in eigendom bij St. Breedsaam, die er een gymzaal bouwde voor de St Josephschool.

Brouwmeesterstraat

Lange tijd was de straat de doorgaande route naar de Hoge Vucht. In de straat was ook de uitrit van het terrein van de Luciferfabriek, wat daarna van de brouwerij werd. Op dit terrein is een appartementencomplex gebouwd.

Op maandag 9 september 2002 werd door de Interbrew-directie bekend gemaakt dat de brouwerij  gesloten zou worden. Op 29 mei 2004 was het zover, de laatste dag. De productiegebouwen van de brouwerij zijn aansluitend in 2005 gesloopt. In  april 2005 werd een overeenkomst gesloten tussen ontwikkelaar AM, de eigenaar van het brouwerijcomplex Inbev, en de gemeente Breda. Het doel was om het voormalige brouwerijcomplex te transformeren tot een rijkgeschakeerd woon- en werkmilieu. In 2007 lag er een definitief stedenbouwkundig ontwerp klaar voor het gebied.

Op 20 maart 2008 keurde de gemeenteraad van Breda het bestemmingsplan Drie Hoefijzers Zuid goed.  AM begon vervolgens met fase 1 van de herontwikkeling: de bouw van een appartementencomplex in samenwerking met Singelveste. Dit complex,  met een ingang aan de Brouwmeesterstraat en Ceresplein, omvat 132 huurwoningen en garantiekoopwoningen en kwam gereed in 2010. Het is ontworpen door Spring Architecten uit Rotterdam.

De indrukwekkende poort aan het Ceresplein, vervaardigd door Verstijlen Hekwerken uit Sprundel, voegt een uniek element toe aan de entree van het complex.

In 2024 is de totale herinrichting van het voormalige brouwerijterrein tot een einde gekomen. AM gaf op 19 juni 2024 de volgende brochure uit: Drie Hoefijzers Stadsdromen gerealiseerd bij AM BV.

Brouwmeester

De naam van de Brouwmeesterstraat is afkomstig van de ‘Braumeister’, wie in vooroorlogse tijden de belangrijkste persoon in het productieproces bij de bierbrouwerij was. Frans Friedrich Otto Peil was de tweede Malzmeister van mouterij Ceres en ook Braumeister. Hij woonde o.a. in de Mauritsstraat, Teteringsche Steenweg ( later Ceresstraat ) en Oranjesingel.

Vanaf 1887 was de Brouwmeester van Duitse afkomst in verband met het gebruik van de Beierse brouwmethode. Na de Tweede Wereldoorlog werd de functie van Brouwmeester opgeheven.

Lazarijesteeg

Christ Buiks ,een plaatsnaamkundige, vond de Vuchtsteeg al vermeld  in 1579. In 1754, 1767 en 1832 wordt het Vuchtstraatje vermeld. Later in de negentiende eeuw was het blijkbaar de gewoonte te spreken van het Eerste en het Tweede Vuchtstraatje. De huidige Kwekerijstraat was het Tweede Vuchtstraatje. Na de annexatie van Teteringen door Breda in 1927 werd de naam gewoon Vuchtstraat. De meest gebruikelijke naam in de middeleeuwen was de Lazarijsteeg of Lazarijstraat.

Buiks vond de Lazerssteeg vermeld in 1554, de Steeg van de Lazarij in 1634, de Lazarijsteeg in 1725 en de Lazarijstraat in 1833. De straat ontleende deze naam aan de Lazarij die stond op de hoek van het Gasthuiseinde (Boschstraat) en dit straatje/ aan de noordzijde van de Teteringsedijk.

De besmettelijke lepraziekte kwam in de middeleeuwen nog nog veel voor en men kon niets anders doen dan de zieken isoleren.

De Lazarij wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1434 en werd in 1574 afgebroken om vanuit de vesting een beter schootsveld te krijgen. Rond 1744 was de naam Lazarijsteeg nog de meest gebruikte naam.

Fraai zicht in Brouwmeesterstraat Breda. Vervaardiger J&T Leunisse.
Ingang bedrijventerrein rond de sloop in 2006. Brouwerij Breda Vuchtstraat/Brouwmeesterstraat Vervaardiger J&T Leunisse.
Ingang Brouwerij Breda Vuchtstraat/Brouwmeesterstraat. Vervaardiger J&T Leunisse.
De bouw van het appartementencompex in beeld. Breda Beeldcollectie, ID 20150389 25-09-2009 Vervaardiger Johan van Gurp in Stadsarchief Breda.