Ieder schooljaar begon met de traditionele inktlap die mijn moeder met zorg fabriceerde. Nog zie ik de beruchte kroontjespen die toen gebruikt werd: een stalen schrijfpen met een kroonvormige verbreding die in een penhouder werd geklemd.
De procedure was bekend:
- Likken aan de pen of nog beter: 2 minuten in de mond houden. Dan bleef de inkt beter zitten.
- Pen in de inktpot dopen tot halverwege het gaatje
- Na het schrijven de pen schoonmaken met de inktlap
Je moest vooral zorgen dat je geen vlekken maakte.
Kinderen die linkshandig waren, hebben daar ongetwijfeld een trauma aan overgehouden. Zij schoven met de palm van hun hand onvermijdelijk over de inkt die nog nat was. Gevolg: vlekken!
Dat betekende straf: ‘in de hoek’ of een venijnige tik met een liniaaltje op de hand.
‘Links schrijven’ was streng verboden. Als kind begreep ik dat niet. Je kunt er toch niets aan doen dat je links bent?
Vele jaren later ontdekte ik wat de ware oorzaak van de afstraffing was. Binnen de kerk was ‘links’ duivels. Het kwaad moest bestreden worden….
Tja…
Ook op de Josephschool schreven we met grote regelmaat. Tijdens de schrijfles was het devies: Dun naar boven en dik naar beneden. In mijn oude schoolschriften zie ik dat ik daarin aardig bedreven was.
Mijn schrijfsels lijken geschreven door andere kinderen maar mijn naam staat toch echt op het etiket.
